Mijn dochter en ik lopen vaak met een vriendinnetje van Eva mee naar huis. Dan mag zij langer blijven. Super gezellig en goed voor onze conditie. Eva wordt de 20ste geopereerd. Wij wandelen daarom elke dag. Heerlijk de gesprekken die dan gevoerd worden. Soms zelfs in de regen. Prima. Dan warm ik eenmaal thuis een kersenpit op en maak ik thee βοΈ.
Wij zien vaak bepaalde mensen alleen zitten. Geen idee of zij hier zelf voor kiezen of dat ze overdag genoeg visite/gezelligheid hebben. Net voor de kerst hadden wij een paar kaarten geschreven. Speciaal voor deze mensen. Een warme kerstgroet en ons telefoon nummer. Ze hebben nog niet gebeld. Snap ik ook wel. Is toch spannend het onbekende.
Maarrrr, laatst liepen wij weer langs die ene meneer. Hij stond net op uit zijn stoel. Hij zwaaide meteen met twee handen. Wij zwaaiden terug. Waarschijnlijk weet hij niet dat de kaart van ons kwam. Maar die glimlach. Geweldig. Goud waard.
Later gingen Eva en ik naar de orthodontist. Zegt Eva ineens; mam, er kijkt een oude man naar mij. Ik raak dan snel geΓ―rriteerd. Maar, ik keek toch haar kant op. Staat daar een oudere meneer voor zijn keukenraam. Blij te zwaaien. Wij zwaaiden terug en kregen wederom een grote glimlach terug. Het zijn de kleine dingen die het doen.
