Ik ging afgelopen zaterdag met mijn auto π door de was straat. Meestal maak ik mijn auto naast de deur schoon. Lekker goedkoop. Maar of dit mag van de gemeente? Geen idee. Dit keer was mijn auto van binnen en buiten zo smerig. Dus ik koos voor de was straat. Voorheen betaalde ik 7 euro. Nu ineens, vanuit het niets, 9 euro. Prima. Klaar mee. Ik ga hier nooit meer naartoe. Wat een geld!
Een meneer hielp mij. Hij zei nog; je achter ruitenwisser staat gevaarlijk omhoog. Er stond op het moment van ons gesprek niemand anders met een auto achter mij. Ik begon een praatje met deze man. Ik zei dat mijn achter ruitenwisser een tijd geleden ineens niet meer werkte. Niet via de officiΓ«le knop. Maar wel als ik de achterruit verwarming aanzette. Hij keek mij aan. Ik vertelde hem mijn ervaring van afgelopen winter βοΈ. Dat ik mijn ruiten schoon wilde krabben van ijs. Ik deed de verwarming aan van de voor en achter ruit. Ik hoorde iets. Say what? De ruitenwisser ging heen en weer. Haha. Meneer van de wasstraat geloofde mij niet. Ik liet het hem zien. Hij lag in een deuk. Eigenlijk was dit best een hele leuke meneer. Maar ja, ik zeg al jaren (sinds mijn scheiding), ik wil nooit meer een nieuwe relatie. Alleen als hij heel veel geld heeft. En natuurlijk weet ik dat geld niet gelukkig maakt. Daarom begin ik er maar niet meer aan. Maar meneer, met je mooie glimlach, ik vind je een topper! Dank voor ons grappige gesprek.
Dit verhaal krijgt nog een mooi staartje. Dat vertel ik later.
