Dinsdag ging Eef naar huis. Zij en ik in de auto. Eenmaal thuisβ¦. Hoe kreeg ik haar de auto uit? Haar vader kwam helpen. Fijn. Daarna ging Eva op de bank liggen. Moe van alles. Voor het eerst douchen. Een auto rit. Thuis zijn zonder hulp middelen.
Wij hadden een afspraak met haar vader gemaakt. Eva en ik zouden naar zijn huis lopen. Eva en ik gingenβ¦.. ze was nog maar net om de hoek. Ze kon niet meer. Ze liep voorheen in het ziekenhuis op een gladde vloer. Geen hobbels en bobbels. Geen wind. Ik snapte Eva wel. Dit was een te grote stap. Rechtsomkeert naar huis. Paps gebeld. Het wordt hem niet. Prima.
Ik vond het al knap dat Eva de dinsdag, haar eerste dag thuis, de trap op liep. Af en toe aan tafel ging zitten. Een rondje in huis liep. Wat een topper is ze!

Oma liep mee. Opa pakte de auto om oma op te pikken als we bij papa zouden zijn. Die man stond daar voor de deur. Geen Eva of oma. Heel even dacht hij; zo, die hebben snel gelopen. Ik belde hem, we zijn weer thuis.
Daan kwam na het avond eten weer thuis. Hij had dus al gegeten en zijn huiswerk was klaar. Fijn. Hoefde ik daar niet voor te zorgen. Hij keek naar zijn zusje hoe ze maar het toilet liep. Toen hij naar haar gezicht keek zei hij; ik word er naar van hoeveel pijn Eva heeft. Hij bekeek ook even haar wond. Meneer viel bijna flauw, haha. Maar wat was hij lief voor zijn zusje. Hij dekte haar netjes toe toen ze op bed lag π₯°.