De kinderen van nu zijn een cooker gewend. Kokend heet water uit de kraan. Ideaal.

Ik heb een oude keuken. Mijn kinderen wisten niet beter dan dat wij onder andere sβmorgens de waterkoker lieten pruttelen voor een kop thee. Een voordeel daarvan is dat je extra stoom/waterdamp in huis hebt. Tegenwoordig zijn de huizen π zo goed geΓ―soleerd dat het vaak te droog in huis is. Daarom liet ik de waterkoker nog weleens extra vaak pruttelen. Ik was daarbij ook nog eens dol op een water koker die een kleur gaf. Zo wist je hoe heet je water was.

Maar wat ik voor nu het mooiste vind? Een ketel die fluit als het water warm is. Deze ketel heeft voor mij toch echt iets van jeugd sentiment. Daarom heb ik deze pas aangeschaft. Sβmorgens vroeg, uit school, of in de avond, als wij π©βπ§βπ¦ zin hebben in een kop thee βοΈ, dan hoor je gefluit. Iedereen weet dan; tijd voor een kop thee. Ik hoef gewoon niks te zeggen; joehoe, het thee (water) is klaar. Het gefluit van de ketel zegt genoeg!
