Vanmorgen liep ik in de supermarkt.
Ik zag een mevrouw radeloos rondlopen. Heen en weer. Van links naar rechts. Ze leek een beetje geΓ―rriteerd met haar handen vol boodschappen. Ik bleef in de buurt. Misschien kon ik haar helpen……
Op een gegeven moment kwam er een meneer de hoek om. Ze keek hem aan….. ik zag meteen dat ze dat karretje zocht om haar boodschappen in te droppen. En die meneer? Even dacht ik; sooooo, die krijgt de wind van voren. Maar nee. Ze zei; ik had je bijna laten omroepen. Ben ik uit de kinderen die kwijt kunnen raken, ben ik mijn man kwijt. Zij en ik lachen samen in een deuk. Geweldig dit.
Waarom zou je boos zijn om een situatie als je er ook om kan lachen?