Ik vind Anton π erg lief. Geen last van. Alleen maar gezelligheid. Weinig onderhoud. Een perfect huisdier.
Van de week keek ik sβmorgens in zijn hok. Huh? Foetsie? Deuren dicht. Kon eigenlijk niet.

Leeg. Geen slang π. Nog eens goed verder gekeken. Hij moest toch echt ergens zijn.

Hing meneer om de warmte lamp. Prima. Voor even. Maar zo kon ik de lamp niet aandoen. Want dan zou Anton π brandwonden krijgen. Dag een. Meneer bleef hangen. Dag twee. Wederom, oh dear. Nu toch wel tijd om naar beneden te komen zodat de warmte lamp aan kon. Ik vond dit best spannend. Een slang van een lamp af pulliken. Toch maar een handschoen aan. Helaas. Het lukte mij niet.
Ik kreeg toen een tip van onze slangen adviseur dat ik de warmte lamp eruit moest draaien. Gedaan. Daarna volgde een plof. Anton π lag op de bodem. De lamp kon aan.

